Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden

In het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba en de voormalige Nederlandse Antillen) speelt het Nederlands nog steeds een rol in het bestuur en in het onderwijs.

De Taalunie werkt op diverse terreinen samen met de autonome landen Aruba en Curaçao. Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) valt onder de reguliere werking van het Taalunieverdrag.

Aruba en Nederlandse Taalunie hernieuwen Raamovereenkomst

In november 2013 hernieuwden Aruba en de Taalunie hun Raamovereenkomst voor samenwerking op het gebied van de Nederlandse taal. De officiële talen van Aruba zijn Nederlands en Papiaments. Volgens de volkstelling van 2010 spreekt 68 % van de Arubanen thuis Papiaments, 13 % Spaans, 7 % Engels en 6 % Nederlands. Het Nederlands speelt vooral een rol in het bestuur en het onderwijs. Aruba en de Taalunie willen op een pragmatische wijze samenwerken rond het Nederlands.

In de Raamovereenkomst worden activiteiten genoemd op de terreinen taal, onderwijs, literatuur en lezen en onderzoek. Vooral het Nederlands in het onderwijs verdient aandacht. Voor veel kinderen is het Nederlands, de schooltaal, een taal die ze enkel op school horen en spreken. Dat kan tot achterstand leiden. Een van de speerpunten in de samenwerking is dan ook de verdere beschrijving van het Nederlands als Vreemde Taal in het Caribisch Gebied (NVTiC) en aandacht voor specifieke NVTiC-didactiek.