Literatuurgeschiedenis

Het Nederlandse taalgebied heeft een rijke literaire geschiedenis die voor toekomstige generaties bekend en beschikbaar dient te blijven. Daarom heeft de Taalunie geïnvesteerd in een boekenreeks over de geschiedenis van de Nederlandstalige literatuur.

Geschiedenis van de Nederlandse Literatuur is een breed en overkoepelend overzicht in acht delen. Het is geschreven als doorlopend verhaal dat de nieuwste wetenschappelijke inzichten bevat en digitaal beschikbaar is op de Digitale Bibliotheek van de Nederlands Letteren (DBNL).

Van de middeleeuwen tot de moderne tijd

Geschiedenis van de Nederlandse literatuur beschrijft de literatuur uit Nederland en Vlaanderen van de middeleeuwen tot 2005. De reeks is niet alleen bedoeld voor neerlandici maar ook bedoeld voor een breder, cultureel geïnteresseerd publiek. Elf vooraanstaande auteurs hebben aan deze reeks gewerkt. Zij vormen samen de ‘Stichting Literatuurgeschiedenis’, die instaat voor de verdere promotie van de reeks.

De reeks

Geschiedenis van de Nederlandse literatuur bestaat uit de volgende delen:

  • deel 1 (I): Frits van Oostrom - Stemmen op schrift, Middeleeuwen I tot 1300.
  • deel 1 (II): Frits van Oostrom - Wereld in woorden, Middeleeuwen I, 1300-1400.
  • deel 2: Herman Pleij - Het gevleugelde woord, Middeleeuwen II, 1400-1560.
  • deel 3: Karel Porteman en Mieke Smits-Veldt - Een nieuw vaderland voor de muzen, Gouden Eeuw, 1570-1700.
  • deel 4 (I): Inger Leemans en Gert-Jan Johannes - Worm en Donder, 1700-1800: de Republiek.
  • deel 4 (II): Tom Verschaffel - De weg naar het binnenland, 1700-1800: de Zuidelijke Nederlanden.
  • deel 5: Wim van den Berg en Piet Couttenier - Alles is taal geworden, 1800-1900.
  • deel 6: Jacqueline Bel - Bloed en rozen, 20e eeuw I, 1900-1945.
  • deel 7: Hugo Brems - Altijd weer vogels die nesten beginnen, 20e eeuw II, 1945-2005.
  • deel 8: Anne Marie Musschoot en Arie Jan Gelderblom - Ongeziene blikken, nabeschouwingen bij de reeks.